Daniel 6:13

SVToen kwamen zij nader, en spraken voor den koning van het gebod des konings: Hebt gij niet een gebod getekend, dat alle man, die in dertig dagen van enigen god of mens [iets] verzoeken zou, behalve van u, o koning! in den kuil der leeuwen zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: Het is een vaste rede, naar de wet der Meden en Perzen, die niet mag wederroepen worden.
WLCבֵּ֠אדַיִן קְרִ֨יבוּ וְאָמְרִ֥ין קֳדָם־מַלְכָּא֮ עַל־אֱסָ֣ר מַלְכָּא֒ הֲלָ֧א אֱסָ֣ר רְשַׁ֗מְתָּ דִּ֣י כָל־אֱנָ֡שׁ דִּֽי־יִבְעֵה֩ מִן־כָּל־אֱלָ֨הּ וֶֽאֱנָ֜שׁ עַד־יֹומִ֣ין תְּלָתִ֗ין לָהֵן֙ מִנָּ֣ךְ מַלְכָּ֔א יִתְרְמֵ֕א לְגֹ֖וב אַרְיָותָ֑א עָנֵ֨ה מַלְכָּ֜א וְאָמַ֗ר יַצִּיבָ֧א מִלְּתָ֛א כְּדָת־מָדַ֥י וּפָרַ֖ס דִּי־לָ֥א תֶעְדֵּֽא׃
Trans.bē’ḏayin qərîḇû wə’āmərîn qŏḏām-maləkā’ ‘al-’ĕsār maləkā’ hălā’ ’ĕsār rəšamətā dî ḵāl-’ĕnāš dî-yiḇə‘ēh min-kāl-’ĕlāh we’ĕnāš ‘aḏ-ywōmîn təlāṯîn lâēn minnāḵə maləkā’ yiṯərəmē’ ləḡwōḇ ’arəyāwṯā’ ‘ānēh maləkā’ wə’āmar yaṣṣîḇā’ milləṯā’ kəḏāṯ-māḏay ûfāras dî-lā’ ṯe‘ədē’:

Algemeen

Zie ook: Elah (God), Leeuw, Wet van Meden en Perzen

Aantekeningen

Toen kwamen zij nader, en spraken voor den koning van het gebod des konings: Hebt gij niet een gebod getekend, dat alle man, die in dertig dagen van enigen god of mens [iets] verzoeken zou, behalve van u, o koning! in den kuil der leeuwen zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: Het is een vaste rede, naar de wet der Meden en Perzen, die niet mag wederroepen worden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בֵּ֠

Toen

אדַיִן

-

קְרִ֨יבוּ

kwamen zij nader

וְ

-

אָמְרִ֥ין

en spraken

קֳדָם־

voor

מַלְכָּא֮

den koning

עַל־

van

אֱסָ֣ר

het gebod

מַלְכָּא֒

des konings

הֲ

-

לָ֧א

Hebt gij niet

אֱסָ֣ר

een gebod

רְשַׁ֗מְתָּ

getekend

דִּ֣י

-

כָל־

dat alle

אֱנָ֡שׁ

man

דִּֽי־

-

יִבְעֵה֩

verzoeken zou

מִן־

van

כָּל־

enigen

אֱלָ֨הּ

god

וֶֽ

-

אֱנָ֜שׁ

of mens

עַד־

die in

יוֹמִ֣ין

dagen

תְּלָתִ֗ין

dertig

לָהֵן֙

behalve

מִנָּ֣ךְ

van

מַלְכָּ֔א

koning

יִתְרְמֵ֕א

zou geworpen worden

לְ

-

ג֖וֹב

in den kuil

אַרְיָותָ֑א

der leeuwen

עָנֵ֨ה

antwoordde

מַלְכָּ֜א

De koning

וְ

-

אָמַ֗ר

en zeide

יַצִּיבָ֧א

Het is een vaste

מִלְּתָ֛א

rede

כְּ

-

דָת־

naar de wet

מָדַ֥י

der Meden

וּ

-

פָרַ֖ס

en Perzen

דִּי־

-

לָ֥א

die niet

תֶעְדֵּֽא

mag herroepen worden


Toen kwamen zij nader, en spraken voor den koning van het gebod des konings: Hebt gij niet een gebod getekend, dat alle man, die in dertig dagen van enigen god of mens [iets] verzoeken zou, behalve van u, o koning! in den kuil der leeuwen zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: Het is een vaste rede, naar de wet der Meden en Perzen, die niet mag wederroepen worden.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!